Radio Drienerlo, campusomroep Universiteit Twente
1980-1989
Naast de wekelijkse uitzendavond op donderdag stonden op de kalender van Radio Drienerlo in die jaren (eind jaren 80) een aantal hoogtepunten, waaronder het liveverslag van de jaarlijkse Batavieren Race en dagelijkse uitzendingen tijdens de introductieperiode van nieuwe studenten.
In actie tijdens een uitzending in de introductieperiode van 1987 | fotograaf onbekend
Memorabel is de introductie van 1987, die onder het motto De Deur is Los de campus en omgeving een week lang prettig ontregelde (18-26 augustus 1987). Radio Drienerlo verhuisde voor die gelegenheid de studio naar het studentenpastoraat in Cultureel Centrum De Vrijhof in ruil voor live-uitzending van de kerkdienst op de zondag van de introductie. Hoewel de start- en stoptijden van de uitzending enigszins variabel waren, moesten er per etmaal toch heel wat uitzenduren ingevuld worden.
Tijdens deze introductie had vulde ik samen met Dirk Jan de Haan dagelijks het blok tussen 17.00 en 19.00. Geheel in de lijn van het motto hadden wij het programma De Deur van Jut genoemd. Het klinkend resultaat laat zich raden. Het enige serieuze moment in de uitzending, naast een live recensie van de dagelijkse mensamaaltijd, was de radiocolumn Deurzeur. Dirk Jan en ik wisselde elkaar om de dag af met een straf stukje huiswerk: het vooraf bedenken en uitschrijven van een radiotekst. Twee teksten zijn bewaard gebleven
Hieronder de aankondiging in het programmaboekje van de introductie.
Deurzeur | vrijdag 21 augustus 1987
het was uit een droom
toen ik ontwaakte van angst
angst om mijzelf te zien
vriend en vijand tezamen
een ondeelbaar lichaam gelijk
het was uit een droom
toen ik ontwaakte van vreugde
vreugde om jou te zien
liefde en haat tezamen
als een eindeloos verlangen
het was uit een droom
toen ik ontwaakte van verdriet
verdriet omdat de vlammen doofden
van het vuur waarin we geloofden
een ondeelbaar geheel gelijk
Het is net of ik opnieuw moet leren praten. De taal die ik
als kind ontwikkeld heb, kan niemand verstaan... of wil niemand verstaan.
Het gaat niet om woorden, het gaat om gevoelens en gevoelens zijn toch universeel?
Soms voel ik niets meer, dan val ik in een vacuum. Op die
momenten hoef ik niet te praten; niemand zou mij trouwens
horen.
Soms voel ik mij heel ongelukkig, ik kan dan wel huilen.
Heb jij wel eens geprobeerd tegen een traan in te zwemmen?
Het klinkt misschien vreemd, maar het geeft mij power. Mijn
eigen verdriet geeft mij kracht en dat maakt me dan weer
een beetje gelukkig. En als ik mij dan helemaal gelukkig
voel, zou ik het 't liefst uitschreeuwen, maar niemand die
me zou horen... dat maakt me dan weer heel ongelukkig.
Laatst heb ik geprobeerd om met mijn verdriet een boom
groot te brengen. Na veel, heel veel tranen wilde zij
vrucht dragen, maar de smaak was bitter, veel te bitter
voor een mens.
Maar toch wil ik mijn identiteit niet kwijt, ik mag niet
toegeven aan krachten van buitenaf. Het zijn niet de
externe velden die mijn koers bepalen...ik ben het zelf!
Mijn wilskracht moet groter zijn dan de krachten van
buiten. Het moet!!
Ik wil niet opnieuw leren praten. Laat ze maar opnieuw
leren luisteren, en niet alleen naar mij! Er zijn er
zovelen die verdwaasd rondlopen, totaal stuurloos.
Waar is alle liefde gebleven? Liefde is toch kogelvrij?
Verliefdheid overkomt je, en dat kan knap lastig zijn.
Liefde moet groeien, in een bed vol tederheid, waar af en
toe een traan naar de wortels vloeit. Dat kost tijd, heel
veel tijd.
Een pas ontloken liefde is heel kwetsbaar, maar
ondersteuning zou tot vergroeiing leiden. Verliefdheid als
basis is zwak, wederzijds respect en vertrouwen geven een
ondergrond waarop gebouwd kan worden.
Vertrouwen...iemand die naar je wilt luisteren. Eerlijkheid
en respect, ik ben blij dat ik dat zojuist weer ben tegengekomen.
Vanwaar al die onrust? Het valt niet mee je gevoelens de
baas te blijven en niet direct in haar armen te vallen.
Beheersing is ook een vak...een vakman zal ik wel nooit
worden.
Gedicht: Drienerlo, 18 apr'82(rev. 0 jul'85)
Text: Enschede, mei'85(?)
Bovenstaand concept: Enschede, 21 aug'87(rev. 6 apr'89)
Deurzeur | zondag 23 augustus 1987
Kamer aan de Blekerstraat met een reproductie van het Laatste Avondmaal van Salvador Dali
Foto Evert de Cock
Sinds mijn verhuizing naar de kamer 1; waar ik nu woon, zo’n 2½
jaar geleden, heeft al menig bezoeker mij gevraagd of ik
gelovig ben.
Zo’n vraag stel je niet zomaar.
Bij binnenkomst valt de reproduktie van Dali's Laatste
Avondmaal,boven mijn bed, direct op, spoedig gevolgd door
een gestileerd Maria-beeldje, en een foto van twee dansers
in de laatste maten van Stravinsky's ballet De Vuurvogel,
voorstellende de gekruisigde Christus met aan zijn voeten een
ontzield lichaam.
Pas later valt het portret op dat de in Nieuw Loosdrecht
wonende kunstschilder Pieter van Velsen in 1978 van mij
schilderde.
Ieder mens gelooft, zelfs de allergrootste atheist, al is
zijn geloof gestoeld op een absolute ontkenning van een
Godsbestaan.
"En God schiep de mens naar zijn beeld, naar Gods beeld
schiep Hij hen, man en vrouw schiep Hij hen"
Genesis 1:27
Maar ook de mens schiep zijn God, voortkomende uit angst en
onmacht.
Naarmate de mens meer en meer zijn onschuld verloor,
veranderde de verwondering omtrent het waarom in een angst
voor het waarheen.
Ik geloof dat je God in eerste instantie in jezelf moet
zoeken, los van elk dogma, los van elk geïnstitutionaliseerd
genootschap, los van elke sekte.
God schiep ieder mens immers naar Zijn beeld en gelijkenis.
Wat mij zo treft in zowel het Laatste Avondmaal van
Leonardo da Vinci(1499) als dat van Salvador Dali (1955), is
de eenvoud en de menselijkheid van de Christus-figuur.
Deze Christus kun je overal tegenkomen, op straat, in de
kroeg, in de kerk: het kan een van je vrienden zijn.
Zo zie ik Christus: als vriend of vriendin, waarmee je kunt
lachen, waarmee je kunt huilen.
De weg om God te vinden, is om van jezelf te (leren) houden,
zo schiep God immers de wereld.
De weg om Jezus te leren kennen, is het leren houden van
anderen, van je vriend, van je vriendin, van je ouders.
En eens zal er een dag komen dat ook jij over het water zult
lopen, je vrienden tegemoet tredend.
Soms zie ik God als een vijfde aggregatietoestand 2 ,
alomvattend aanwezig in alle materie, dood en levend.
De grootste vrijheid ligt immers in jezelf.
1 Blekerstraat, Enschede (juni 85-okt 87)
2 aggregatie-toestand: toestand waarin een stof, zijnde een
opeenhoping van moleculen, zich bevindt: gasvormig,
vloeibaar of vast. De fysica kent nog een vierde aggregatietoestand: plasma.
ConcertZender
1991-1996
VPRO Radio 4
2000-2010 | incidentele programma's